ECLI:NL:HR:2021:1584
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid beroep in cassatie inzake griffierecht en betalingsonmacht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende, [X], tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 11 augustus 2020, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 14 februari 2020 werd behandeld. Belanghebbende had een beroep gedaan op betalingsonmacht met betrekking tot het verschuldigde griffierecht. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende niet heeft voldaan aan de criteria voor betalingsonmacht, zoals vastgesteld in de brief van 18 december 2020. Ondanks dat belanghebbende geen beslissing op zijn verzoek om verlaging van het griffierecht had ontvangen, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en de gevolgen van niet-tijdige betaling. Aangezien het griffierecht niet is voldaan en belanghebbende geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de aanmaningen, heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.