ECLI:NL:HR:2021:1983
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2021 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] LTD te [Z] tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 4 juni 2021, nr. ROT 19/5222. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld. De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende op 18 september 2021 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor de betaling daarvan. De gegevens van Track&Trace van PostNL tonen aan dat deze brief is afgehaald op de afhaallocatie, maar het griffierecht is niet voldaan. Op 21 oktober 2021 heeft de griffier belanghebbende opnieuw in de gelegenheid gesteld om te verklaren waarom het griffierecht niet tijdig is betaald, maar belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Hierdoor moet het beroep in cassatie op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet-ontvankelijk worden verklaard.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten beoordeeld en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, en is in het openbaar uitgesproken op 24 december 2021.