ECLI:NL:HR:2021:28
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch over geheven leges door gemeente Amersfoort
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 januari 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 2 april 2020, betreffende door de gemeente Amersfoort geheven leges van belanghebbende, [X] B.V. (voorheen [A] B.V.). De Hoge Raad heeft eerder, op 30 november 2018, een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Belanghebbende heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij verschillende middelen zijn voorgesteld. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amersfoort heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is toegelicht door de advocaten M.I. Robichon-Lindenkamp voor belanghebbende en K. Vaalburg voor het College.
De Hoge Raad heeft de voorgestelde middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen motivering hoeven geven voor dit oordeel, aangezien de beoordeling van de middelen niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.