ECLI:NL:HR:2021:399
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 maart 2021 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende, die niet heeft voldaan aan de verzoeken van de griffier om een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. De griffier had op 16 november 2021 een bericht geplaatst waarin belanghebbende werd uitgenodigd om binnen vier weken een afschrift van de uitspraak te overleggen. Aangezien belanghebbende hier geen gebruik van heeft gemaakt, was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waarop het geschil betrekking had. Hierdoor heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze beslissing is genomen door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.