Uitspraak
gevestigd te Utrecht,
gevestigd te Amsterdam,
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
28 mei 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 mei 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen NS Stations B.V. en de bedrijven JCDecaux Nederland B.V. en Exterion Media (Netherlands) B.V. De zaak betreft een geschil over de aanbesteding van concessieovereenkomsten voor reclame-uitingen op NS-stations. JCDecaux had in hoger beroep gevorderd dat NS Stations inzicht zou geven in contracten die zij had gesloten met betrekking tot straatmeubilair en reclame, met een dwangsom verbonden aan de niet-naleving van deze verplichting. De Hoge Raad oordeelde dat het hof in zijn eerdere arrest niet duidelijk had gemaakt vanaf welk moment een dwangsom verschuldigd was, omdat er geen termijn voor nakoming was vastgesteld. Dit was in strijd met de vereiste rechtszekerheid. De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd voor zover het betreft de veroordelingen zonder nakomingstermijn en heeft zelf een termijn van vijftien werkdagen vastgesteld voor NS Stations om aan de veroordelingen te voldoen. Tevens werd JCDecaux veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke nakomingstermijnen in aanbestedingsprocedures en de gevolgen van onduidelijkheid voor de verbeurdverklaring van dwangsommen.