Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
7 juni 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juni 2022 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 oktober 2021. De zaak betreft een dodelijk ongeval dat is veroorzaakt door een taxichauffeur in het centrum van Breda. De verdachte, geboren in 1997, heeft geen cassatiemiddelen ingediend. Dit betekent dat er geen klachten zijn geformuleerd door de advocaat van de verdachte. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de wet voorschrijft dat een advocaat binnen een bepaalde termijn een schriftuur met cassatiemiddelen moet indienen. Aangezien aan deze verplichting niet is voldaan, kon de Hoge Raad het beroep van de verdachte niet in behandeling nemen. De Hoge Raad heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan in het kader van het strafrecht en betreft de artikelen 6, 175 (oud) en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.