ECLI:NL:HR:2022:1503

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 oktober 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2022
Zaaknummer
21/03876
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige daad en slaafse nabootsing van Dr. Martens schoen

In deze zaak heeft Airwair International Limited, gevestigd te Wellingborough, Verenigd Koninkrijk, beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft een geschil over onrechtmatige daad en de vraag of er sprake is van slaafse nabootsing van de Dr. Martens schoen. De Hoge Raad heeft de klachten van Airwair over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van Airwair verworpen en heeft Airwair veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 913,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De uitspraak is gedaan op 21 oktober 2022 en is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/03876
Datum21 oktober 2022
ARREST
In de zaak van
AIRWAIR INTERNATIONAL LIMITED,
gevestigd te Wellingborough, Verenigd Koninkrijk,
EISERES tot cassatie,
hierna: Airwair,
advocaat: A.M. van Aerde,
tegen
VAN HAREN SCHOENEN B.V.,
gevestigd te Waalwijk,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Van Haren,
advocaat: S.M. Kingma.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/10/607365 / KG ZA 20-1033 van de voorzieningenrechter te Rotterdam van 12 januari 2021;
het arrest in de zaak 200.289.670/01 van het gerechtshof Den Haag van 20 juli 2021.
Airwair heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Van Haren heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen mondeling toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Airwair heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Airwair in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Van Haren begroot op € 913,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Airwair deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
21 oktober 2022.