ECLI:NL:HR:2022:153

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 februari 2022
Publicatiedatum
7 februari 2022
Zaaknummer
20/00571
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldigheid van betekening van dagvaarding in hoger beroep bij gedetineerde verdachte

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft de geldigheid van de betekening van een dagvaarding in hoger beroep aan een verdachte die op dat moment gedetineerd was. De verdachte, geboren in 1983, had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, dat had geoordeeld dat de dagvaarding rechtsgeldig was betekend. De advocaat-generaal, E.J. Hofstee, concludeerde echter tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de dagvaarding in persoon aan de verdachte had moeten worden uitgereikt, aangezien hij op het moment van de betekening in Nederland gedetineerd was. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en verklaarde de betekening van de dagvaarding in hoger beroep nietig. Dit arrest benadrukt het belang van de juiste procedurele waarborgen bij de betekening van dagvaardingen, vooral in gevallen waarin de verdachte zich in detentie bevindt.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/00571
Datum8 februari 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 12 december 2019, nummer 22-001522-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S. van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot nietigverklaring van de dagvaarding in hoger beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend (uitgereikt).
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- verklaart de betekening van de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 februari 2022.