ECLI:NL:HR:2022:183
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in sociale verzekeringszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 februari 2022 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] te [Z], Duitsland, tegen de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Het cassatieberoep was gericht tegen de uitspraak van het Centrale Raad van Beroep van 23 september 2021, waarin de hoger beroepen van belanghebbende tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Amsterdam werden behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door vice-president R.J. Koopman, met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.