ECLI:NL:HR:2022:297

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
20/02118
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over zorgplicht van banken bij renteswaps afgesloten door MKB-ondernemers

In deze zaak heeft Claim Participants N.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de zorgplicht van ABN AMRO Bank N.V. ten aanzien van door MKB-ondernemers afgesloten renteswaps. De Hoge Raad heeft de klachten van Claim Participants over het arrest van het hof beoordeeld. De Hoge Raad concludeert dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij het niet nodig is om te motiveren waarom de klachten niet gegrond zijn. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt Claim Participants in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van ABN AMRO zijn begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 25 februari 2022 en is openbaar uitgesproken door raadsheer H.M. Wattendorff.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/02118
Datum25 februari 2022
ARREST
In de zaak van
CLAIM PARTICIPANTS N.V.,
gevestigd te Arkel, gemeente Molenlanden,
EISERES tot cassatie,
hierna: Claim Participants,
advocaat: D. Rijpma,
tegen
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ABN AMRO,
advocaten: F.E. Vermeulen en B.F.L.M. Schim.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/13/581797 / HA ZA 15-185 van de rechtbank Amsterdam van 22 april 2015 en 31 januari 2018;
het arrest in de zaak 200.239.764/01 van het gerechtshof Amsterdam van 14 april 2020.
Claim Participants heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
ABN AMRO heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor ABN AMRO mede door N. Minkjan.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Claim Participants heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Claim Participants in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ABN AMRO begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, H.M. Wattendorff en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
25 februari 2022.