Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
25 maart 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 maart 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de aansprakelijkheid van een werknemer voor onderzoekskosten die de werkgever heeft gemaakt. De werknemer had bedrijfsgevoelige informatie naar zijn privé-e-mailadres gestuurd, wat aanleiding gaf tot de vraag of de werknemer opzet of bewuste roekeloosheid had getoond. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de kantonrechter en het gerechtshof, waaruit blijkt dat de werknemer in de eerdere instanties niet succesvol was in zijn verweer. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De beslissing van de Hoge Raad is dat het cassatieberoep wordt verworpen.