Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
6 oktober 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van betrokkene, die in beroep ging tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 26 april 2023 in de zaak C/13/732061 / FA RK 23/2273 een beslissing genomen, waartegen betrokkene cassatie heeft ingesteld. De officier van justitie in het arrondissement Amsterdam, als verweerder, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers was om het cassatieberoep te verwerpen. De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van betrokkene verworpen, waarmee de beschikking van de rechtbank in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter, samen met de raadsheren S.J. Schaafsma en K. Teuben, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.