ECLI:NL:HR:2023:1425

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
11 oktober 2023
Zaaknummer
22/01873
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep na vernietiging beslag op snorfiets

In deze zaak gaat het om een klaagschrift van de klaagster betreffende de inbeslagneming van haar snorfiets op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 8 maart 2022 het klaagschrift van de klaagster niet-ontvankelijk verklaard. De klaagster heeft vervolgens cassatie ingesteld, waarbij haar advocaten H. Sytema en N.B. Genemans cassatiemiddelen hebben voorgesteld. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klaagster in het beroep.

De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld. Uit de door de advocaat-generaal ingewonnen inlichtingen blijkt dat er een last is gegeven voor de inbeslaggenomen snorfiets, zoals bedoeld in artikel 116 lid 2, onder c, van het Wetboek van Strafvordering. Deze last is vervolgens vernietigd met machtiging van de officier van justitie, wat betekent dat het beslag op de snorfiets inmiddels is beëindigd. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten het cassatieberoep van de klaagster niet in behandeling te nemen.

De Hoge Raad heeft op 17 oktober 2023 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van de klaagster niet-ontvankelijk is verklaard. Deze beslissing is genomen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.M. Röttgering en M. Kuijer, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/01873 B
Datum17 oktober 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 8 maart 2022, nummer RK 21-020120, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
hierna: de klaagster.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze hebben H. Sytema en N.B. Genemans, beiden advocaat te 's–Gravenhage, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klaagster in het beroep.
De raadslieden van de klaagster hebben daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

2.1
Het gaat in deze zaak om de inbeslagneming als bedoeld in artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) onder een derde van een snorfiets. De rechtbank heeft het klaagschrift van de klaagster dat strekt tot opheffing van het beslag en teruggave aan haar van het inbeslaggenomen voorwerp niet-ontvankelijk verklaard.
2.2
Uit door de advocaat-generaal ingewonnen inlichtingen blijkt dat ten aanzien van het inbeslaggenomen voorwerp een last is gegeven als bedoeld in artikel 116 lid 2, onder c, Sv en dat het vervolgens is vernietigd met een machtiging van de officier van justitie.
2.3
Artikel 134 lid 2 Sv luidt:
“Het beslag wordt beëindigd doordat hetzij
(...)
b. het openbaar ministerie de last geeft als bedoeld in artikel 116, tweede lid onder c;
(...)”
2.4
Hieruit volgt dat het beslag inmiddels is beëindigd. Daarom zal de Hoge Raad het cassatieberoep van de klaagster niet in behandeling nemen.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 oktober 2023.