ECLI:NL:HR:2023:1734

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
8 december 2023
Zaaknummer
22/03594
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beslag op leaseauto in verband met verduistering na arbeidsconflict

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met nummer 22/03594. Het beroep in cassatie was ingesteld door de klager, die in deze procedure werd vertegenwoordigd door advocaat R.J.M. Oerlemans. De zaak betreft een beklag over een beslag ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering op een leaseauto van de klager, die werd verdacht van verduistering in het kader van een arbeidsconflict met zijn werkgever. De leaseauto was onder de vermelding van 'verzekeringssleep' naar een autodealer afgesleept en aan een derde geretourneerd, zonder dat artikel 116.3 van het Wetboek van Strafvordering was toegepast.

De rechtbank Gelderland had op 7 september 2022 het klaagschrift van de klager verworpen. De klager stelde dat de inbeslaggenomen leaseauto onterecht was afgepakt en dat deze aan hem teruggegeven diende te worden. De advocaat-generaal A.E. Harteveld concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom het tot dit oordeel was gekomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van de rechtbank Gelderland in stand bleef. Deze beschikking is gegeven door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met de raadsheren C. Caminada en C.N. Dalebout, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/03594 B
Datum12 december 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland van 7 september 2022, nummer RK 22/006567, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft R.J.M. Oerlemans, advocaat te 's‑Hertogenbosch, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C. Caminada en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 december 2023.