Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
21 maart 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, militaire kamer, van 22 april 2021. De zaak betreft een militaire verdachte die is veroordeeld voor ontucht met een buurmeisje, waarbij de artikelen 244 en 245 van het Wetboek van Strafrecht zijn toegepast. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat M.A.C. de Bruijn cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen voor zover het betreft de toepassing van vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregel.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak, behalve voor de toepassing van vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregel niet correct is toegepast en heeft deze vernietigd. In plaats daarvan heeft de Hoge Raad bepaald dat gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast, conform artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de juiste toepassing van de wet bij schadevergoedingsmaatregelen en de mogelijkheden voor vervangende hechtenis. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling en de eenheid van het recht, en biedt duidelijkheid over de toepassing van gijzeling in plaats van vervangende hechtenis.