ECLI:NL:HR:2023:576

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
22/02381
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 april 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingediend door belanghebbende, aangeduid als [X] te [Z]. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 13 september 2022 per aangetekende brief verzocht om binnen zes weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid om de benodigde documenten aan te leveren. Hierdoor was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waarop het geschil precies betrekking had. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft verder geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/02381
Datum14 april 2023
ARREST
op het door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) ingediende beroep in cassatie.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 13 september 2022 verzocht binnen zes weken na de dagtekening van deze brief een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Nu het niet mogelijk is te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, zal de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023.