ECLI:NL:HR:2023:67

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 januari 2023
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
22/03759
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen niet-ontvankelijkverklaring schuldenaar in WSNP

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker], wonende te [woonplaats], tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof had op 30 september 2022 in de zaak met nummer 200.314.863/01 een arrest gewezen, waartegen [verzoeker] cassatie heeft ingesteld. De advocaat van [verzoeker] was J. van Weerden. De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 10 augustus 2022 in de zaak 184477 FT RK 22/370.

De Hoge Raad heeft de klachten van [verzoeker] over het arrest van het hof beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem was dat het cassatieberoep verworpen moest worden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat het arrest van het hof in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter, samen met de raadsheren S.J. Schaafsma en G.C. Makkink, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03759
Datum20 januari 2023
ARREST
In de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: [verzoeker],
advocaat: J. van Weerden.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak 184477 FT RK 22/370 van de rechtbank Noord-Nederland van 10 augustus 2022;
b. het arrest in de zaak 200.314.863/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 september 2022.
[verzoeker] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren S.J. Schaafsma en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
20 januari 2023.