Uitspraak
gevestigd te Den Haag,
zetelende te Den Haag,
gevestigd in [vestigingsplaats],
gevestigd in Malta,
gevestigd in Curaçao,
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
26 mei 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Ontvanger van de Belastingdienst en de Inspecteur van de Belastingdienst tegen de vennootschap N.V. en Malone LTD. De zaak betreft een interregionale bevoegdheidsverdeling tussen de belastingrechter en de burgerlijke rechter. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder het vonnis van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 6 december 2018 en het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 28 juli 2020. De Hoge Raad heeft de klachten van de Ontvanger en de Inspecteur beoordeeld, maar deze kunnen niet leiden tot vernietiging van het eerdere vonnis. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het niet nodig is om te motiveren waarom de klachten niet gegrond zijn, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de Ontvanger en de Inspecteur veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Malone zijn begroot op € 831,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen worden voldaan.