Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
10 september 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 september 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld voor belaging van zijn ex-partner, waarbij een vrijheidsbeperkende maatregel was opgelegd die inhield dat hij zich voor de duur van drie jaren niet mocht ophouden 'rond' de woning van de aangeefster. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van deze maatregel, omdat de omschrijving van het gebied waarbinnen de verdachte zich niet mocht bevinden onvoldoende precies was. De Hoge Raad oordeelde dat de opgelegde maatregel in strijd was met artikel 38v lid 2, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafrecht, omdat de term 'rond' niet voldoende duidelijk was. De Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan en de vrijheidsbeperkende maatregel vernietigd voor zover deze betrekking had op het 'rond' de woning van de aangeefster, en heeft bepaald dat de verdachte zich niet mag ophouden in de straat waarin de woning van de aangeefster zich bevindt. Daarnaast heeft de Hoge Raad de opgelegde taakstraf verminderd, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep was overschreden. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van duidelijke en precieze formuleringen in vrijheidsbeperkende maatregelen.