Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
a. een akte van uitreiking die inhoudt dat de dagvaarding om te verschijnen op de terechtzitting in hoger beroep van 23 januari 2017 op 22 november 2016 is uitgereikt aan de griffier van de rechtbank, omdat van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is;
b. het proces-verbaal van die terechtzitting dat onder meer inhoudt dat daar de verdachte noch een raadsman is verschenen, dat tegen de verdachte verstek is verleend en dat het onderzoek is gesloten.
(i) een “Haftbescheinigung” van 12 oktober 2022 van de JVA Düsseldorf. Dit stuk houdt in dat de verdachte vanaf 18 oktober 2016 tot 13 april 2018 in deze penitentiaire inrichting heeft verbleven;
(ii) e-mailcorrespondentie tussen de secretaresse van het advocatenkantoor van de raadslieden van de verdachte en een medewerker van de JVA Düsseldorf over de toezending van de “Haftbescheinigung”.
3.Beslissing
6 februari 2024.