De volgende wettelijke bepalingen zijn van belang.
- Artikel 427 leden 2 en 3 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv):
“2. Tegen arresten van de gerechtshoven, als uitspraak gegeven, betreffende overtredingen staat beroep in cassatie open voor het openbaar ministerie bij het gerecht dat het arrest heeft gewezen, en de verdachte, tenzij terzake in de einduitspraak:
a. met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen straf of maatregel werd opgelegd, of
b. geen andere straf of maatregel werd opgelegd dan een geldboete tot een maximum – of, wanneer bij het arrest twee of meer geldboetes werden opgelegd, geldboetes tot een gezamenlijk maximum – van EUR 250.
3. Tegen de arresten, bedoeld in het tweede lid, onder a en b, staat niettemin beroep in cassatie open indien zij een overtreding betreffen van een verordening van een provincie, een gemeente, een waterschap of een met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen ingesteld openbaar lichaam.”
- Artikel 10.23 lid 1 (oud) van de Wet milieubeheer:
“De gemeenteraad stelt in het belang van de bescherming van het milieu een afvalstoffenverordening vast.”
- Artikel 1a van de Wet op de economische delicten (hierna: WED):
“Economische delicten zijn eveneens:
(...)
3°. overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:
(...)
de Wet milieubeheer, de artikelen 10.23 – voor zover aangeduid als strafbare feiten –, (...)”
- Artikel 2 lid 4 WED:
“De economische delicten, bedoeld in artikel 1, onder 4°, en artikel 1a, onder 3°, zijn overtredingen.”
- Artikel 6 lid 1 WED:
“Hij, die een economisch delict begaat, wordt gestraft:
(...)
4°. in geval van overtreding, voor zover het betreft een economisch delict bedoeld in artikel 1, onder 1°, of in artikel 1a, onder 1°, met hechtenis van ten hoogste een jaar, taakstraf of geldboete van de vierde categorie;
5°. in geval van een andere overtreding, met hechtenis van ten hoogste zes maanden, taakstraf of geldboete van de vierde categorie.
(...)”
- Artikel 18 lid 1 (oud) van de Afvalstoffenverordening Amsterdam 2009:
“Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.”
- Artikel 22 lid 1 (oud) Afvalstoffenverordening Amsterdam 2009:
“Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
(...)
artikel 18 (verbod achterlaten straatafval).”