AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Uitleg begrip arbeidstijd in de context van wachtdiensten voor ambulancemedewerkers op Waddeneilanden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de kwalificatie van bereikbaarheidsdiensten van ambulancemedewerkers als arbeidstijd. De werknemers, werkzaam bij UMCG Ambulancezorg B.V. (UAZ), vorderden een verklaring voor recht dat hun 24-uursdiensten op de Waddeneilanden als aanwezigheidsdienst moeten worden aangemerkt, wat zou betekenen dat zij recht hebben op een hogere vergoeding. De kantonrechter had in eerste aanleg geoordeeld dat deze diensten als arbeidstijd moeten worden beschouwd, maar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft dit oordeel in hoger beroep verworpen. Het hof stelde dat de verplichtingen die aan de werknemers zijn opgelegd tijdens bereikbaarheidsdiensten niet van dien aard zijn dat zij een objectieve en aanzienlijke impact hebben op hun mogelijkheden om hun tijd vrij in te vullen. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de reactietijd van twee minuten, die de werknemers hebben om te reageren op een oproep, niet als een significante beperking op hun vrije tijd kan worden beschouwd. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de impact van reactietijden en de frequentie van oproepen in de beoordeling van arbeidstijd mee te wegen.
Voetnoten
1.Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, PbEU 2003, L 299/9.
3.Zie rov. 6.1 van het bestreden arrest.
5.HvJEU 9 maart 2021, C-344/19, ECLI:EU:C:2021:182 (Radiotelevizija Slovenija), punt 27 en 37.
6.HvJEU 9 maart 2021, C-344/19, ECLI:EU:C:2021:182 (Radiotelevizija Slovenija), punt 37 en punt 66; in gelijke zin HvJEU 9 maart 2021, C-580/19, ECLI:EU:C:2021:183 (Stadt Offenbach am Main), punt 38 en punt 61.
7.HvJEU 9 maart 2021, C-344/19, ECLI:EU:C:2021:182 (Radiotelevizija Slovenija), punt 46; in gelijke zin HvJEU 9 maart 2021, C-580/19, ECLI:EU:C:2021:183 (Stadt Offenbach am Main), punt 45.
8.HvJEU 9 maart 2021, C-344/19, ECLI:EU:C:2021:182 (Radiotelevizija Slovenija); in gelijke zin HvJEU 9 maart 2021, C-344/19, ECLI:EU:C:2021:182 (Radiotelevizija Slovenija), punt 46-53.
9.Vgl. HvJEU 21 februari 2018, C-518/15, ECLI:EU:C:2018:82 (Matzak).
10.Vgl. HvJEU 9 september 2021, C‑107/19, ECLI:EU:C:2021:722 (Dopravní), punt 41.