ECLI:NL:HR:2024:55

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 januari 2024
Publicatiedatum
18 januari 2024
Zaaknummer
23/03873
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van cassatieberoep inzake zorgmachtiging en psychische stoornis

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 januari 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van betrokkene, die in beroep ging tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel. De rechtbank had op 7 juli 2023 een zorgmachtiging verleend op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), waarbij de vraag centraal stond of er sprake was van een voldoende ernstige psychische stoornis. Betrokkene, vertegenwoordigd door advocaat R.P. Streng, stelde dat de rechtbank onterecht had geoordeeld en dat de motivering van de beschikking tekortschiet. De officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland, als verweerder in cassatie, heeft geen verweerschrift ingediend.

De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom het tot dit oordeel kwam, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers was om het cassatieberoep te verwerpen.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beschikking van de rechtbank Overijssel in stand blijft. Deze uitspraak benadrukt het belang van de motivering van rechterlijke beslissingen in zaken die betrekking hebben op geestelijke gezondheidszorg en de voorwaarden waaronder zorgmachtigingen kunnen worden verleend.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/03873
Datum19 januari 2024
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: R.P. Streng,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT OOST-NEDERLAND,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/08/298335 / FA RK 23-1589 van de rechtbank Overijssel van 7 juli 2023.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
19 januari 2024.