ECLI:NL:HR:2024:70

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
21/04795
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen beschikking inzake beslag op bankrekeningen en contant geld

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 januari 2024 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 2 november 2021. Het beroep is ingesteld door de klager, vertegenwoordigd door advocaat S.M. Ploegmakers. De zaak betreft een klaagschrift op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) met betrekking tot beslag op bankrekeningen en contant geld. De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar de rechtbank voor een nieuwe behandeling.

De Hoge Raad oordeelt dat er geen openbare behandeling van het klaagschrift heeft plaatsgevonden, wat in strijd is met de vereisten van artikel 23.2 Sv. Dit artikel vereist dat het Openbaar Ministerie, de verdachte en andere procesdeelnemers door de raadkamer worden gehoord, tenzij anders is voorgeschreven. De rechtbank heeft in deze zaak geen openbare raadkamerzitting gehouden, wat leidt tot de conclusie dat de klager niet in zijn recht is gedaan. Bovendien is uit het dossier niet gebleken dat de raadsvrouw of de klager heeft ingestemd met een schriftelijke afdoening van het klaagschrift.

De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en wijst de zaak terug naar de rechtbank Noord-Nederland, zodat deze opnieuw kan worden behandeld en afgedaan. Deze uitspraak benadrukt het belang van een openbare behandeling in het kader van de rechtsbescherming van de klager.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/04795 B
Datum23 januari 2024
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 2 november 2021, nummer RK 21/015993, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv, ingediend
door
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft S.M. Ploegmakers, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur en aanvullende schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schrifturen zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Noord-Nederland, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt in de kern dat geen openbare behandeling van het klaagschrift heeft plaatsgevonden.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 4.3 tot en met 4.6.

3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Noord-Nederland, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 januari 2024.