Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
15 juli 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin de verdachte is veroordeeld voor de moord op haar 19 maanden oude dochter en de poging tot moord op haar 3-jarige dochter. De feiten vonden plaats in 2022 in Kampen, waar de verdachte met haar twee jongste kinderen aan zich vastgebonden in de IJssel sprong. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen slagen. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak is gedaan op 15 juli 2025, waarbij de Hoge Raad gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren.