ECLI:NL:HR:2025:1209

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
23/04341
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in Caribische zaak betreffende invoer van marihuana en munitie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het beroep is ingesteld door de verdachte, die in hoger beroep verstek heeft laten verlenen. De advocaat J. Boksem heeft namens de verdachte cassatiemiddelen voorgesteld, maar de advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het cassatieberoep niet in behandeling kan worden genomen, omdat de verdachte in hoger beroep bij verstek is veroordeeld. Volgens artikel 10.2 van de Rijkswet staat voor een verdachte die in hoger beroep bij verstek is veroordeeld geen cassatieberoep open. De omstandigheid dat de raadsman van de verdachte tijdens de zitting in hoger beroep het woord ter verdediging heeft gevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte dan ook niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/04341 C
Datum9 september 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire , Sint Eustatius en Saba van 26 oktober 2023, nummer H 176/2019, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat J. Boksem bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het beroep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad kan het cassatieberoep van de verdachte niet in behandeling nemen. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 september 2025.