Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beoordeling van het cassatiemiddel voor zover het beroep ontvankelijk is
4.Beslissing
9 september 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de klager niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn beklag over de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen. De klager had een klaagschrift ingediend met betrekking tot verschillende documenten, waaronder creditcards en identiteitsbewijzen, die in beslag waren genomen op verdenking van het voorhanden hebben van valse reisdocumenten. De rechtbank oordeelde dat het beslag op deze documenten was beëindigd omdat ze waren teruggegeven aan de afgevende instanties. De Hoge Raad beoordeelt de ontvankelijkheid van het cassatieberoep en komt tot de conclusie dat de klager niet-ontvankelijk is verklaard voor de voorwerpen met nummers 12 en 38, omdat hij afstand had gedaan van het voorwerp met nummer 12 en het voorwerp met nummer 38 al was teruggegeven. Echter, de Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank voor de andere voorwerpen en wijst de zaak terug naar de rechtbank voor herbeoordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van kennisgeving aan de klager bij teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan derden, zoals vereist door de wet.