Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
14.040,432
3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
9 september 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld voor beroepsmatige hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De vordering van de benadeelde partij, een energieleverancier, betrof schade door een eerdere, niet tenlastegelegde diefstal van elektriciteit. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet voldoende had gemotiveerd dat de verdachte aansprakelijk was voor schade die was veroorzaakt door eerdere oogsten. De bewezenverklaring van de diefstal van elektriciteit was beperkt tot een specifieke periode, en het hof had niet aangetoond dat de verdachte ook voor eerdere diefstallen aansprakelijk was. Dit leidde tot een partiële vernietiging van de uitspraak van het hof en terugwijzing van de zaak voor herbehandeling van de vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel. De Hoge Raad heeft ook de opgelegde gevangenisstraf verminderd, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden.