ECLI:NL:HR:2025:1263
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep in belastingrechtelijke aanslagzaken
Op 12 september 2025 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen belanghebbende [X] en de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betrof de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2014, 2015, 2017 en 2018, inclusief de daarbij gegeven rentebeschikkingen. Het cassatieberoep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 29 oktober 2024, dat op zijn beurt het hoger beroep behandelde tegen uitspraken van de Rechtbank Den Haag.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en daarbij het advies van de procureur-generaal betrokken. Gezien de inhoud van de klachten en de beoordeling is geconcludeerd dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Op grond van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft de Hoge Raad daarom het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk verklaard.
Verder heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om de proceskosten aan een van de partijen toe te wijzen. De uitspraak werd gedaan door raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, met raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.P.J. van Kampen. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken op 12 september 2025.