ECLI:NL:HR:2025:1303

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 september 2025
Publicatiedatum
12 september 2025
Zaaknummer
23/03707
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vrijspraak en schadevergoeding bij diefstal met braak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was vrijgesproken in eerste aanleg voor het medeplegen van diefstal met braak, maar het hof had in hoger beroep de vrijspraak vernietigd. De Hoge Raad moest beoordelen of het hof in strafverzwarende zin had kunnen betrekken dat de diefstal was gepleegd in een woning, terwijl deze omstandigheid niet was bewezen verklaard. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij besproken, waarbij het hof schadevergoeding had toegewezen voor schadeposten die niet uit het bewezenverklaarde feit konden voortvloeien. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet noodzakelijk was voor de ontwikkeling van het recht. Het beroep werd verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/03707
Datum16 september 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 september 2023, nummer 20-002918-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 september 2025.