Uitspraak
1.Procesverloop
De advocaat van Cobraspen c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
19 september 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Cobraspen Vastgoed Ontwikkeling B.V. en PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland. Cobraspen c.s. hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat hen in het ongelijk had gesteld. De zaak betreft de opzegging van een erfpachtrecht en opstalrecht, waarbij de grond werd gebruikt voor activiteiten ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. De Hoge Raad heeft de klachten van Cobraspen c.s. beoordeeld, maar deze niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof, en dat er geen noodzaak was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Cobraspen c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 873,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.