Wat betreft de garnalentransacties heeft het hof geoordeeld dat geen causaal verband bestaat tussen de tekortkoming van [verweerster] en het verlies van een kans dat Culimer China dezelfde garnalentransacties als Ocean Doyen had kunnen realiseren. Het heeft daartoe onder meer, samengevat weergegeven, het volgende overwogen.
Uit de standpunten van partijen volgt dat Culimer China leveringen niet meer voorfinancierde (alleen nog bestellingen van klanten met 100% vooruitbetaling), dat zij geen voorraden meer aanhield en dat alleen nog bestellingen van hele containers (geen deelleveringen) mogelijk waren. De klanten van Culimer China betaalden rechtstreeks en vooruit aan de leverancier. (rov. 5.17)
De werkwijze van Ocean Doyen week op essentiële punten af van de werkwijze van Culimer China. Bij Ocean Doyen kon men uit voorraad bestellen, ook voor (veel) kleinere hoeveelheden garnalen, en met slechts 30% vooruitbetalen door de klant voor de nagenoeg aansluitende levering. De door Culimer c.s. aangevoerde omstandigheid dat Ocean Doyen niet alleen kleinere hoeveelheden garnalen verkocht maar ook hele containers, houdt niet een voldoende weerlegging in van het verweer van [verweerster]. Het verkopen van uitsluitend hele containers was immers niet de enige beperkende voorwaarde die Culimer China stelde bij de verkoop van garnalen. Zij stelde ook de voorwaarde van 100% vooruitbetaling. De omstandigheid dat Ocean Doyen ook garnalen leverde aan enkele grote klanten is voor de beoordeling van het hoger beroep niet van belang. (rov. 5.18)
[verweerster] heeft bescheiden overgelegd betreffende de 38 containers die Ocean Doyen in totaal heeft ingekocht. Culimer c.s. hadden een gemotiveerde reactie kunnen geven op het betoog van [verweerster] dat de wijze waarop zij zaken deed met Ocean Doyen op essentiële punten afweek van de werkwijze van Culimer China. (rov. 5.19)
De conclusie is dat de wijze waarop en de voorwaarden waaronder Ocean Doyen garnalen verkocht aan haar klanten wezenlijk afweek van de werkwijze van Culimer China. (rov. 5.20)
Als Culimer China dezelfde transacties had willen uitvoeren als Ocean Doyen, had zij eerst zelf (volledig, althans in elk geval voor 70%) voor de inkoop van de garnalen moeten betalen alvorens de (resterende) verkoopprijs bij doorverkoop te ontvangen. Zij zou ook financieel in staat moeten zijn geweest bestellingen voor te financieren. Daarmee zouden aanzienlijke bedragen gemoeid zijn geweest. (rov. 5.21)
Aangenomen moet worden dat Culimer China aangewezen zou zijn geweest op hulp van derden om bestellingen van containers garnalen (volledig, althans voor 70%) te kunnen voorfinancieren. Culimer c.s. hebben niet aannemelijk gemaakt dat Culimer China in staat zou zijn geweest over het benodigde werkkapitaal te beschikken om bestellingen (volledig, althans voor 70%) te kunnen voorfinancieren. (5.22)
Omdat niet kan worden aangenomen dat condicio-sine-qua-non-verband aanwezig is tussen de tekortkoming van [verweerster] en het verlies van een kans dat Culimer China ten aanzien van de garnalen dezelfde transacties als Ocean Doyen had kunnen realiseren, komt het hof niet toe aan enigerlei begroting van schade in verband met deze transacties. (rov. 5.24)