ECLI:NL:HR:2025:1356
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerder arrest van de Hoge Raad met betrekking tot ontvankelijkheid
Op 19 september 2025 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een herzieningszaak, genummerd 25/00025. Het verzoek om herziening was ingediend door [X] naar aanleiding van een eerder arrest van de Hoge Raad van 27 september 2024, met nummer 24/01962 en ECLI:NL:HR:2024:1324. De Hoge Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld en de procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen. Na beoordeling is de Hoge Raad tot de conclusie gekomen dat het verzoek om herziening duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 19 september 2025, door de raadsheer E.F. Faase als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en F.G.F. Peters, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.