ECLI:NL:HR:2025:136

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
23/04055
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in een strafzaak betreffende meermalen gepleegde verkrachting met gebruik van schakelbewijsconstructie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag, dat op 9 oktober 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van meermalen gepleegde verkrachting, waarbij gebruik werd gemaakt van een schakelbewijsconstructie. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door de advocaten B.J.W. Tijkotte en D. Fontein. De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel werd gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand bleef. Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, samen met de raadsheren A.E.M. Röttgering en M. Kuijer, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/04055
Datum28 januari 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 9 oktober 2023, nummer 22-001930-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben B.J.W. Tijkotte en D. Fontein, beiden advocaat in Koog aan de Zaan, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
28 januari 2025.