ECLI:NL:HR:2025:1361
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Den Haag inzake onroerendezaakbelastingen en Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft belanghebbende, vertegenwoordigd door R. van der Weide, beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. De uitspraak betreft een verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof over een beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2022. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze klachten konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist was voor de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 19 september 2025.