Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
23 september 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een poging tot doodslag die plaatsvond in 2021 in Arnhem, waarbij de verdachte zijn ex-partner met een mes in de nek, hals, gezicht en lichaam stak. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van de verdachte tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 november 2024. De verdachte, geboren in 1975, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarbij TBS met dwangverpleging werd opgelegd. De advocaten J.C. Reisinger en R.L. Vermeulen hebben namens de verdachte een schriftuur ingediend. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en de klachten over de uitspraak van het hof onderzocht. De procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om advies uit te brengen. Uiteindelijk concludeerde de Hoge Raad dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, zonder verdere motivering, op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het arrest is uitgesproken op 23 september 2025.