ECLI:NL:HR:2025:1366

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 september 2025
Publicatiedatum
19 september 2025
Zaaknummer
24/04296
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag met mes op ex-partner in Arnhem met TBS en dwangverpleging

In deze zaak gaat het om een poging tot doodslag die plaatsvond in 2021 in Arnhem, waarbij de verdachte zijn ex-partner met een mes in de nek, hals, gezicht en lichaam stak. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van de verdachte tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 november 2024. De verdachte, geboren in 1975, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarbij TBS met dwangverpleging werd opgelegd. De advocaten J.C. Reisinger en R.L. Vermeulen hebben namens de verdachte een schriftuur ingediend. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en de klachten over de uitspraak van het hof onderzocht. De procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om advies uit te brengen. Uiteindelijk concludeerde de Hoge Raad dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, zonder verdere motivering, op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Het arrest is uitgesproken op 23 september 2025.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/04296
Datum23 september 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 november 2024, nummer 21-005316-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten J.C. Reisinger en R.L. Vermeulen een schriftuur ingediend.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 september 2025.