ECLI:NL:HR:2025:1441

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
28 september 2025
Zaaknummer
24/01582
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen lokaalvredebreuk tijdens demonstratie bij ministerie van Economische Zaken

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 10 april 2024. De verdachte, geboren in 1959, was betrokken bij een demonstratie in de hal van het ministerie van Economische Zaken, waarbij hij werd beschuldigd van medeplegen van lokaalvredebreuk, zoals bedoeld in artikel 139, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat de strafvervolging in strijd was met de artikelen 10 en 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens concludeerde tot verwerping van het beroep, maar de Hoge Raad oordeelde anders. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag voor herbehandeling. Dit arrest is in samenhang met andere zaken behandeld, waaronder 24/01578, 24/01579, 24/01580, 24/01581, 24/01583, 24/01584 en 24/01632. De beslissing van de Hoge Raad is genomen door vice-president M.J. Borgers en de raadsheren A.L.J. van Strien, M. Kuijer, F. Posthumus en R. Kuiper, met S.P. Bakker als waarnemend griffier.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/01582
Datum30 september 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 10 april 2024, nummer 22-002998-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat W.H. Jebbink bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. Het cassatiemiddel is schriftelijk toegelicht.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt onder meer over de verwerping van het verweer dat de verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging vanwege onverenigbaarheid van de strafvervolging met artikel 10 en 11 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
2.2
Voor zover het cassatiemiddel daarover klaagt, slaagt het. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 24/01580, ECLI:NL:HR:2025:1313.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien, M. Kuijer, F. Posthumus en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 september 2025.