Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
7 oktober 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dat op 4 april 2024 is gewezen. De verdachte, geboren in 1995, is beschuldigd van medeplegen van gekwalificeerde doodslag in het kader van een gewapende roofoverval die plaatsvond in Curaçao. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door de advocaten R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo. De advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel wat betreft de strafoplegging, en heeft verzocht om strafvermindering. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de klachten niet relevant zijn voor de ontwikkeling van het recht. Tevens is ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn voor de uitspraak niet is overschreden, ondanks dat de verdachte in detentie was. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen op 7 oktober 2025.