ECLI:NL:HR:2025:1506

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
7 oktober 2025
Zaaknummer
24/04784
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over niet-ontvankelijkheid van het beroep in de Steenwijker puzzelmoordzaak

In de zaak betreffende de Steenwijker puzzelmoord, heeft de Hoge Raad op 4 november 2025 uitspraak gedaan in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 december 2024. De verdachte, geboren in 1976, was eerder door het hof veroordeeld voor doodslag en kreeg een gevangenisstraf van negen jaren en zes maanden opgelegd. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door de advocaten R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en de procureurgeneraal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om advies uit te brengen. Uiteindelijk kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat het cassatieberoep duidelijk niet kon slagen. Daarom werd besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak werd gedaan door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met de raadsheren T.B. Trotman en R. Kuiper, in aanwezigheid van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/04784
Datum4 november 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 december 2024, nummer 21-003481-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de verdachte.

1.De uitspraak van het hof

Het hof heeft de verdachte voor doodslag onder meer veroordeeld tot een gevangenisstraf van (de Hoge Raad leest:) negen jaren en zes maanden.

2.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo een schriftuur ingediend.

3.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T.B. Trotman en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 november 2025.