ECLI:NL:HR:2025:1525

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
24/03281
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aansprakelijkheid en vrijheid van meningsuiting in verband met uitlatingen in TV-programma

In deze zaak heeft Graniiet Import Benelux B.V. (hierna: GIB) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft uitlatingen van een deskundige in het TV-programma Zembla over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB, vertegenwoordigd door advocaat A.M. van Aerde, heeft de Hoge Raad verzocht om het arrest van het hof te vernietigen. De verweerder, vertegenwoordigd door advocaat V. Rörsch, heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van GIB beoordeeld, maar deze niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof en dat er geen noodzaak was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van GIB verworpen en GIB veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 361,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien GIB deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldoet. Het arrest is uitgesproken op 10 oktober 2025 door de vicepresident en de raadsheren van de Hoge Raad.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/03281
Datum10 oktober 2025
ARREST
In de zaak van
GRANIET IMPORT BENELUX B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: GIB,
advocaat: A.M. van Aerde,
tegen
[verweerder],
wonende te [plaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: V. Rörsch.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/09/597585 / HA ZA 20-797 van de rechtbank Den Haag van 8 december 2021 en 15 december 2021 (herstelvonnis);
b. het arrest in de zaak 200.307.930/01 van het gerechtshof Den Haag van 28 mei 2024.
GIB heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerder] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen schriftelijk en mondeling toegelicht door hun advocaten, en voor [verweerder] mede mondeling toegelicht door A.P. Groen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van GIB heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt GIB in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 361,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien GIB deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
10 oktober 2025.