ECLI:NL:HR:2025:1542

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
24/02429
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over tekortschieten van fondsbeheerder bij opschorting uittredingsmogelijkheden

In deze zaak heeft Ortelius Wealth Management B.V. cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de vraag of de beheerder van fondsen tekortgeschoten is door niet per eind 2008 de mogelijkheid van uittreden uit de fondsen op te schorten. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en arresten van het gerechtshof Amsterdam. De advocaat-generaal G. Snijders heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Ortelius veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 873,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/02429
Datum10 oktober 2025
ARREST
In de zaak van
ORTELIUS WEALTH MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: Ortelius,
advocaat: J.H.M. van Swaaij,
tegen
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats], Zwitserland,
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats], Zwitserland,
3. De erven van [erflater 1], genaamd [verweerster 3a],
wonende te [woonplaats] en [verweerster 3b], wonende te [woonplaats],
4. [verweerder 4],
wonende te [woonplaats],
5. STICHTING BEWAARDER TITANS FUND,
gevestigd te Amsterdam,
6. de erven van [erflater 2], genaamd [verweerder 6a], wonende te [woonplaats], [verweerster 6b], wonende te [woonplaats], [verweerster 6c], wonende te [woonplaats], en [verweerster 6d], wonende te [woonplaats],
7. [verweerder 7],
wonende te [woonplaats],
8. [verweerster 8],
wonende te [woonplaats],
9. COSMIC GROUP B.V.,
kantoorhoudende te Sliedrecht,
10. RADIOLOGIEPRAKTIJK K.N. BONNERJEE B.V.,
kantoorhoudende te Veldhoven,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: de beleggers,
advocaten: B.I. Kraaipoel en T.E. Booms.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/13/665286 / HA ZA 19-441 van de rechtbank Amsterdam van 11 december 2019 en 29 juli 2020;
b. de arresten in de zaak 200.285.618/01 van het gerechtshof Amsterdam van
13 september 2022 en 26 maart 2024.
Ortelius heeft tegen de arresten van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De beleggers hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Ortelius heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Ortelius in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de beleggers begroot op € 873,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.R. Salomons, als voorzitter, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
10 oktober 2025.