ECLI:NL:HR:2025:1605
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Den Haag inzake afvalstoffenheffing
In deze zaak heeft belanghebbende, vertegenwoordigd door A.C.M. Brom, beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 13 maart 2025, betreffende een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de afvalstoffenheffing voor het jaar 2023. De Rechtbank had eerder het verzet van belanghebbende tegen deze uitspraak behandeld. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 24 oktober 2025.