ECLI:NL:HR:2025:1697

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 november 2025
Publicatiedatum
14 november 2025
Zaaknummer
25/02080
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag ex art. 5.4.10 jo. 552a Sv na beslag op horloge onder zoon van klager n.a.v. Europees onderzoeksbevel van Belgische autoriteiten

In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 5.4.10 jo. 552a van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van een beslag op een horloge dat onder de zoon van de klager is gelegd. Dit beslag vond plaats naar aanleiding van een Europees onderzoeksbevel van Belgische autoriteiten. De klager heeft een klaagschrift ingediend, waarbij de vraag aan de orde is of de rechtbank verzuimd heeft om de klager als belanghebbende een kennisgeving van de beklagmogelijkheid toe te zenden, zoals vereist door artikel 5.4.10.2 van het Wetboek van Strafvordering. Daarnaast wordt de vraag behandeld of de overschrijding van de 14-dagentermijn voor het indienen van het klaagschrift, gezien de mentale en fysieke gevolgen van een auto-ongeluk voor de klager, aan hem kan worden toegerekend. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer25/02080 Br
Datum18 november 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 10 maart 2025, nummer RK 25/001711, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 5.4.10 in verbinding met artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft de advocaat R.A. Bos bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de klager heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 november 2025.