In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 november 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 4 december 2023. De verdachte, geboren in 1969, was betrokken bij een incident in Waddinxveen waarbij hij een vuurwapen toonde en in de richting van aangevers schoot na een ruzie tijdens een seksdate. De Hoge Raad beoordeelde verschillende cassatiemiddelen die door de verdachte en de benadeelde partijen waren ingediend. De advocaat-generaal concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde straf. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging, met uitzondering van de klacht over de redelijke termijn in de cassatiefase, die als gegrond werd beschouwd. Dit leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van 43 maanden naar 41 maanden. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige en vernietigt de uitspraak van het hof enkel wat betreft de strafmaat.