ECLI:NL:HR:2025:1766

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 november 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
24/03408
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over medeplegen van diefstal met geweld door thuisbezorger te beroven

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 november 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 27 augustus 2024. De verdachte, geboren in 2002, was betrokken bij een diefstal met geweld op een thuisbezorger van een Chinees restaurant. In eerste aanleg werd de verdachte vrijgesproken, maar het gerechtshof oordeelde dat de verdachte zich tezamen en in vereniging met een mededader schuldig had gemaakt aan de diefstal. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel van de verdachte verworpen, waarbij de advocaat-generaal P.H.P.H.M.C. van Kempen concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het hof op basis van de vaststellingen in zijn nadere bewijsoverwegingen voldoende gemotiveerd had geoordeeld dat de verdachte mede verantwoordelijk was voor een gezamenlijk en vooropgezet plan. Belangrijke elementen in deze zaak waren dat de verdachte het eten had besteld, wist dat de thuisbezorger zou worden overvallen, en de beroving met zijn telefoon had gefilmd. De Hoge Raad concludeerde dat het oordeel van het hof niet getuigde van een onjuiste rechtsopvatting en dat de betrokkenheid van de verdachte bij de planning van het delict voldoende was aangetoond. Het beroep werd verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/03408
Datum25 november 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 27 augustus 2024, nummer 23-002262-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2002,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat M. Berndsen bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.H.P.H.M.C. van Kempen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over (de motivering van) de bewezenverklaring.
2.2
Het cassatiemiddel faalt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C. Caminada en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
25 november 2025.