2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“- Het proces-verbaal van aangifte [aangever] namens [A] B.V. (...) d.d. 7 maart 2021 opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, onder meer inhoudende (...);
Op 7 maart 2021 omstreeks 15:30 uur was ik hier dus aan het werk. Ik werd opgeroepen door een collega welke als caissière werkzaam was bij de servicebalie. Zij vertelde mij dat er geprobeerd was om te betalen met een vals biljet van 50,- euro. De collega achter de balie toonde mij een biljet van 50,- euro. Ik zag direct dat dit biljet nep was, het viel meteen op. Ik zag dat het watermerk ontbrak en de cijfers op het biljet waren groter. Het biljet voelde ook anders aan.
- Het proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige] (...) d.d. 7 maart 2021 opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, onder meer inhoudende (...);
Op 7 maart 2021 omstreeks 15:30 uur was ik aan het werk als kassière bij [A] . De man sprak mij aan in het Engels en vroeg een pakje Look out zwaar (shag). Ik vertelde hem de prijs van het product. Ik zag dat hij mij een briefje van 50 euro gaf.
Ik pakte deze aan en haalde het briefje van 50 euro door de scanner heen die checkt of het geld echt is. Ik zag dat de scanner op rood sprong. Dit is het teken dat het geld niet echt is. Ik ben voor de zekerheid naar een andere scanner gelopen. Ik haalde hier ook het briefje van 50 euro doorheen. Deze scanner sprong ook op rood. Ik heb hierna mijn teamleider erbij geroepen. Ik zag dat zij het ook nog eens controleerde en de scanner ook op rood sprong.
- Het proces-verbaal van aanhouding van de verdachte (...) d.d. 7 maart 2021 opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, onder meer inhoudende (...);
Op zondag 7 maart 2021 om 15:32 uur kregen waren wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , in uniform gekleed op [a-straat] te [plaats] . Hier kregen wij via de portofoon het verzoek om te gaan naar [A] gelegen aan [b-straat 1] te [plaats] . Hier zou een persoon met een vals biljet van 50,- euro geprobeerd hebben om te betalen. In het magazijn troffen wij een man aan welke later verdachte [verdachte] te zijn. Ik, [verbalisant 1] , sprak met getuige [getuige] . Zij verklaarde mij dat de verdachte had geprobeerd om shag te kopen met een vals biljet van 50,- euro. Zij verklaarde mij dat zij het biljet door verschillende keren door twee verschillende scanapparaten had gehaald. Zij verklaarde mij dat beide apparaten doorgaven dat het biljet vals was. Ik, [verbalisant 2] , zag een biljet van 50,- euro op tafel liggen. Ik vroeg [aangever] of dit het biljet was waarmee de verdachte had geprobeerd te betalen. Ik hoorde dat [aangever] dit bevestigde. Ik keek naar het biljet. Ik zag dat het watermerk op het biljet ontbrak. Ik voelde dat het papier van biljet anders voelde. Ik scheen met een UV-lamp op het biljet. Ik zag dat er geen watermerken verschenen. Hierdoor kreeg ik het vermoeden dat het biljet vals was.
- Het proces-verbaal van forensisch technisch onderzoek vals bankbiljet (...) d.d. 10 maart 2021 opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, onder meer inhoudende (...);
Op woensdag 10 maart 2021, ontving ik, werkzaam als documentonderzoeker (document deskundige i.o.), een bankbiljet waarvan vermoed werd dat het vals of vervalst was. Bij het door mij ingestelde onderzoek aan het falsificaat, zag ik dat, onder andere, de navolgende echtheidskenmerken ontbraken:
• De gebruikte reproductietechniek wijkt af van het origineel.
• Het originele watermerk ontbreekt in het papier.
• De originele veiligheidsdraad ontbreekt in het papier.
Het bankbiljet was aan de voor- en achterzijde nagebootst in een afwijkend techniek en de beveiligingskenmerken waren geïmiteerd. Het onderzoek wees uit dat het bankbiljet vals was.”
2.2.4Volgens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 6 november 2023 heeft de raadsvrouw van de verdachte daar aangevoerd:
“De raadsvrouw voert het woord tot verdediging en bepleit vrijspraak in de zaak met parketnummer 09-080935-21, nu haar cliënt geen opzet heeft gehad. Hij kreeg het bankbiljet van € 50,- van een dakloze om iets voor hem te gaan halen in de winkel en hij wist niet dat het om een vals bankbiljet ging. Daarnaast is het een muntsoort die hij niet gewend is vanuit Polen en hij kon niet meteen zien dat het vals geld betrof.”