ECLI:NL:HR:2025:1783

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2025
Publicatiedatum
25 november 2025
Zaaknummer
24/00205
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf en motiveringsplicht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte, geboren in 1988, heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat P. van Dongen een cassatiemiddel heeft voorgesteld. De advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel met betrekking tot de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de vordering tot tenuitvoerlegging is toegewezen. Dit is in strijd met de vereisten van artikel 6:6:5.1 van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat een beslissing op een vordering tot tenuitvoerlegging gemotiveerd moet zijn. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar alleen voor wat betreft de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. De zaak is terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/00205
Datum2 december 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2024, nummer 21-000287-23, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat P. van Dongen bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf niet is gemotiveerd.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren C.N. Dalebout en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 december 2025.