2.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [eisers] zijn sinds januari 2020 eigenaar van de woning en het perceel [a-straat 7] te [plaats] . Zij hebben dit perceel verkregen van [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ).
(ii) [verweerders] zijn sinds januari 2019 eigenaar van het perceel [a-straat 1] . Zij hebben dit perceel verkregen van het echtpaar [betrokkenen 2 en 3] (hierna: [betrokkenen 2 en 3] ).
(iii) Het perceel [a-straat 7] grenst, evenals de percelen [a-straat 2] , [a-straat 3] en [a-straat 4] , aan de achterzijde aan perceel [a-straat 1] . De percelen [a-straat 2] , [a-straat 3] , [a-straat 4] en [a-straat 5] - [a-straat 7] werden bij notariële akte van 24 december 1993 door [betrokkenen 2 en 3] aan vier kopers, waaronder [betrokkene 4] (gehuwd met [betrokkene 1] ; hierna gezamenlijk: [betrokkenen 1 en 4] ), in eigendom overgedragen.
(iv) In de hiervoor onder (iii) bedoelde notariële akte is onder meer het volgende opgenomen:
“Partijen zijn voorts nog overeengekomen:
- (…)
- dat de kopers inspraak hebben omtrent de op het terrein van de verkopers te plaatsen bosschage ter afscheiding van de percelen, welke niet hoger mag opschieten dan eenhonderdvijftig centimeter.
KWALITATIEVE VERPLICHTING
Partijen komen tenslotte nog overeen:
De verkopers verbinden zich jegens de kopers er voor zorg te dragen dat de vorenbedoelde bosschage niet hoger zal worden dan eenhonderdvijftig centimeter, waartoe verkopers voor het tijdig snoeien hiervan zorg zullen dragen.
Deze verplichting zal overgaan op al degenen die het registergoed zullen verkrijgen, hetzij onder algemene titel, hetzij onder bijzondere titel.
Degenen die van de rechthebbenden een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen zijn eveneens aan de vorenbedoelde verplichting gebonden.
Voorzover bovenstaande niet als een kwalitatieve verplichting kan worden aangemerkt, dient een en ander als een deugdelijk kettingbeding aan de opvolgende eigenaren te worden opgelegd.”
(v) In de notariële akte waarbij het perceel [a-straat 1] door [betrokkenen 2 en 3] aan [verweerders] is geleverd zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
“2a. Verkoper levert het Verkochte vrij van hypotheken, beslagen of inschrijvingen daarvan, maar met alle erfdienstbaarheden, zowel die ten nutte als die ten laste van het Verkochte, alle eventuele andere (beperkte) rechten en met alle kwalitatieve rechten en verplichtingen als bedoeld in de artikelen 6:251 en 6:252 Burgerlijk Wetboek.
ONDERHOUD HEG AAN DE WEILAND ZIJDE
Verkoper en koper zijn mondeling overeengekomen dat de heg tussen het weiland en de buurpercelen door koper zal worden onderhouden. Dat wil zeggen aan de zijde van het weiland en dat de koper de heg op hoogte houdt.”
(vi) In de notariële akte waarbij het perceel [a-straat 7] door [betrokkene 1] aan [eisers] is geleverd, wordt als volgt naar de hiervoor onder (iv) weergegeven bepalingen uit de notariële akte van 24 december 1993 verwezen:
“BIJZONDERE LASTEN EN BEPERKINGEN
Ten aanzien van met betrekking tot het verkochte bestaande bijzondere lasten en beperkingen van civielrechtelijke aard wordt verwezen naar:
gemelde titel van aankomst, deel 4550 nummer 20, waarin onder meer het volgende voorkomt, woordelijk luidende:
“BIJZONDERE BEPALINGEN
Partijen zijn voorts nog overeengekomen:
- enzovoorts
- dat de kopers inspraak hebben omtrent de op het terrein van de verkopers te plaatsen bosschage ter afscheiding van de percelen, welke niet hoger mag opschieten dan eenhonderdvijftig centimeter.
KWALITATIEVE VERPLICHTING
Partijen komen tenslotte nog overeen:
De verkopers verbinden zich jegens de kopers er voor zorg te dragen dat de vorenbedoelde bosschage niet hoger zal worden dan eenhonderdvijftig centimeter, waartoe verkopers voor het tijdig snoeien hiervan zorg zullen dragen.
De verplichting zal overgaan op al degenen die het registergoed zullen verkrijgen hetzij onder algemene titel, hetzij onder bijzondere titel.
Degenen die van de rechthebbenden een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen zijn eveneens aan de vorenbedoelde verplichting gebonden. Voorzover bovenstaande niet als een kwalitatieve verplichting kan worden aangemerkt, dient een en ander als een deugdelijk kettingbeding aan de opvolgende eigenaren te worden opgelegd.””
(vii) In 1994 is op het perceel van [betrokkenen 2 en 3] als ‘bosschage’ een meidoornhaag geplaatst.
(viii) Door [betrokkenen 1 en 4] zijn vier essenbomen tegen (en/of tussen) de meidoornhaag geplaatst met toestemming van [betrokkenen 2 en 3]
(ix) In november 2020 hebben [verweerders] op hun perceel ( [a-straat 1] ) een nieuwe beukenhaag geplaatst achter de percelen [a-straat 2] , [a-straat 3] , [a-straat 4] en [a-straat 7] . Deze beukenhaag heeft achter het perceel van [eisers] een hoogte van 180 tot 200 centimeter. Achter de percelen [a-straat 2] , [a-straat 3] en [a-straat 4] heeft deze beukenhaag een hoogte van ongeveer 150 centimeter. Verder zijn in de beukenhaag achter het perceel van [eisers] negen wilgenbomen geplaatst.
(x) In november 2021 hebben [verweerders] een aantal van de wilgenbomen vervangen en twee wilgenbomen extra geplaatst, waardoor er in totaal elf wilgenbomen in de beukenhaag staan. [verweerders] hebben verder de beukenhaag drie meter uitgebreid naar de waterzijde.