Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
12 december 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een geschil over appartementsrecht en de uitleg van het splitsingsreglement. De eisers, [eiser 1] en DE PALTZ B.V., hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en had betrekking op de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een appartementencomplex. De VvE, vertegenwoordigd door advocaten M.J. van Basten Batenburg en M. van Tiel, heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door hen toegelicht. De Advocaat-Generaal S.E. Bartels heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van de eisers beoordeeld, maar deze niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof en dat er geen noodzaak was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 873,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet tijdig voldaan wordt.