ECLI:NL:HR:2025:198

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
7 februari 2025
Zaaknummer
24/01538
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over gegrondverklaring klaagschrift inzake beslag op horloge in verband met verdenking van witwassen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 februari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel, die op 6 maart 2024 was gegeven. Het ging om een klaagschrift van de klager, die werd verdacht van witwassen, en het beslag op zijn horloge dat door het openbaar ministerie was gelegd. De rechtbank had in haar beschikking geoordeeld dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen horloge zou bevelen. Dit oordeel werd door het openbaar ministerie bestreden in cassatie.

De advocaat-generaal P.M. Frielink concludeerde tot vernietiging van de beschikking van de rechtbank en terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Overijssel, zodat het beklag opnieuw kon worden beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom de kans op verbeurdverklaring zo onwaarschijnlijk was, vooral gezien de argumenten die het openbaar ministerie had aangevoerd. De Hoge Raad verwees naar eerdere rechtspraak en concludeerde dat het cassatiemiddel slaagde.

Uiteindelijk vernietigde de Hoge Raad de beschikking van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank Overijssel voor een nieuwe behandeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechtbank in zaken die betrekking hebben op beslag en verdenking van witwassen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/01538 B
Datum11 februari 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel van 6 maart 2024, nummer RK 24/002082, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door het openbaar ministerie. Het heeft bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De raadsman van de klager, A.W. Syrier, advocaat in Utrecht, heeft het beroep van het openbaar ministerie tegengesproken.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, teneinde op het bestaande beklag opnieuw te worden beoordeeld en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van de rechtbank “dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen horloge zal bevelen”.
2.2
Het procesverloop, de door de klager en het openbaar ministerie ingenomen standpunten en het oordeel van de rechtbank zijn weergegeven in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2.2 tot en met 2.7.
2.3
Gelet op de in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3.2 tot en met 3.4 genoemde rechtspraak van de Hoge Raad en het daarin onder 3.7 besproken motiveringsgebrek in de beschikking van de rechtbank, slaagt het cassatiemiddel.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Overijssel, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 februari 2025.